Vanaf 3 maart 2022 geldt voor elke bestuurder het vernieuwde artikel 8.4 uit de wegcode dat spreekt over het gebruik van mobiele elektronische apparaten. Er komen heel wat vragen binnen over wat dit precies inhoudt. We geven jullie graag wat verduidelijking en enkele antwoorden.
Het zal uiteraard aan de bevoegde persoon zijn om te beslissen of een overtreding wordt vastgesteld of niet. En het zal de rechter zijn die bij discussies beslist of er effectief een overtreding begaan werd.
Wat zegt het bewuste artikel 8.4:
Behalve wanneer zijn voertuig stilstaat of geparkeerd is, mag de bestuurder geen mobiel elektronisch apparaat met een scherm gebruiken, vasthouden noch manipuleren, tenzij het in een daartoe bestemde houder aan het voertuig bevestigd is.
Dit is enerzijds een ruime omschrijving maar anderzijds ook heel duidelijk: als je tijdens een rit zo’n toestel aanraakt, als het niet in een typische houder daarvoor zit, dan ben je strafbaar.
Vragen en antwoorden:
Als het toestel wel in de houder zit, dan mag ik het dus gebruiken?
Niet zomaar: Je moet volgens de wegcode je voertuig ook altijd onder controle hebben en je moet altijd in staat zijn om alle nodige rijbewegingen uit te voeren. Rijden en je toestel ondertussen gebruiken is niet te combineren. Als je een ongeval hebt en er kan een verband aangetoond worden met je handelingen heeft dit zware gevolgen.
Dit wordt meteen het gene waarover het meest kan gediscussieerd worden.
Maar als je eerlijk bent is het simpel: af en toe een tik op het scherm om een andere Spotify-lijst te starten of een telefoonoproep te beantwoorden: Daar zou het moeten bij blijven, en dan nog liefst op een geschikt moment (als je gestopt bent aan de verkeerslichten bvb). Je ogen horen altijd op het verkeer rondom gericht te zijn.
Wat als mijn smartphone op de middenconsole ligt omdat ie daar draadloos oplaadt?
Je kan discussiëren over het feit of dat ook een ‘daartoe bestemde houder, bevestigd aan het voertuig’ is.
Wat zeker is: Als jouw toestel zo laag ligt is het niet veilig om het te gebruiken. Plaats het daar dus ook voor je vertrekt. Het mag daar liggen maar je gebruikt het niet.
Wat met een tablet waar ik geen houder voor heb en die ik verplicht moet gebruiken voor het werk?
Simpel, die gebruik je niet tenzij je stilstaat of geparkeerd staat.
Let op met losliggende voorwerpen in je auto. Bij een ongeval kunnen dit projectielen worden die voor zware verwondingen zorgen.
Wat als ik wacht aan een overweg?
Let op met het begrip ‘stilstaan’ in de wegcode. Dat doe je als je iemand laat in- of uitstappen of bij ’t laden en lossen. Wachten aan een overweg, aan lichten, in de file: dat is niet ‘stilstaan’, ook al beweeg je niet. Dan mag je dus ook je apparaat niet aanraken, tenzij het in de houder zit.
Het is dan op dat moment niet echt gevaarlijk maar je zal minder vlot deelnemen aan het verkeer en misschien minder goed gekeken hebben voor je weer vertrekt. Je weet wel, als men zo achter jou claxonneert..
En wat als ik fiets?
Ook op de fiets of op of in een ander voertuig ben je een bestuurder en geldt dezelfde regel. Je bent zelfs een bestuurder als je een trek-, last- of rijdier berijdt of begeleidt. Mobiel apparaat op zak houden dus. Pas als je afgestapt bent kan je het terug gebruiken.